KleuterKUNSTclub: “En als die duif op zijn hoofd poept?”

Door de bril van onze kleuter kijk ik naar de schilderijen van Jacob Jordaens in het Frans Hals Museum. Ik zie spiegels en hoor allerlei vragen.

‘Mama, waarom vliegt er een duif boven zijn hoofd?’ Vraagt hij.
‘Er zijn mensen die geloven dat dat God is’, zeg ik.
De duif?’ Vraagt hij twijfelend.
‘De meneer en de duif zijn vader’, leg ik uit.
‘Maar het is een duif?’ Hij begrijpt het niet.
‘Het is een ingewikkeld verhaal’, realiseer ik mij.
‘Ik snap het niet!’
‘Ehm.. Ik zal het eens voor je opzoeken’, wimpel ik hem af.
En wat gebeurt er al de duif op zijn hoofd poept?’
‘Geen idee. Wat zou jij doen?’ Vraag ik.
‘Jakiebah.. een zakdoekje pakken’, besluit hij.
‘Dat is een goed idee’, antwoord ik.
‘Hadden ze heel lang geleden al zakdoeken?’ Wil hij weten.
Even denk ik na. Dan is zij aandacht afgeleid en ziet hij op een ander schilderij een kroon.
‘Kijk! Ik zie een tover schilderij’ Roept hij uit. ‘De kroon kan vliegen!’ Ik zie het schilderij, de kroon zweeft inderdaad boven het hoofd van heilige Begga.
‘Ehm nou…’ Nog voor ik kan beginnen met uitleggen huppelt hij de zaal uit en roept mij. Hij heeft de spiegelzaal ontdekt.

‘Mama ik zie de schilderijen onder mijn voeten!’
‘Ja, ik ook’ We staan naast elkaar in de zaal.
‘Ik sta er gewoon op he?’ Roept hij stoer.
‘Ja, ik zie het. Zullen we op de grond liggen?’ Stel ik voor.
‘Mag dat?’ Ik knik. We kijken omhoog.
‘Wat zie je?’ Vraag ik.
‘Allemaal blote billen!’ Gilt hij. Ik moet lachen.
‘Maar Mama, waarom zijn alle mensen hun onderbroek vergeten?’

Met een glimlach verlaat ik de tentoonstelling. Ik ga volgende keer weer: kunst kijken als een kleuter.

Frans Hals Museum, Haarlem

KleuterKUNSTclub: “Mama, waarom wordt die meneer weggesleept?” “Mama!”

Aan het eind van de zomervakantie besluit ik met Adam een uitstapje te maken naar het Amsterdam Museum. Later in de middag mag hij uit spelen én logeren bij zijn bestie. Twee vliegen in een klap dacht ik. Maar ik had het mis. ‘Mama ik vind dit museum saai’ Roept Adam als ik de fiets op slot zet.

Een golf van teleurstelling overvalt mij. “Dat weet je nog niet. Je bent hier nog nooit geweest”, antwoord ik.
“Ik wil naar Misha” Besluit Adam.
“Ja dat weet ik, maar hij is nog niet thuis, kom” Adam zucht overdreven en loopt dan achter mij aan.
We nemen de kinderspeurtocht en tas in ontvangst. Adam gaat op de grote trap zitten en kiepert de tas om. De inhoud van de tas vindt hij interessanter dan de kunstwerken. De rolmaat blijft hij uit en in rollen.
Ik probeer samen de vragen te beantwoorden. Hij zucht en mokt. “Nee dit schilderij”, zeg ik en trek hem mee. “En nee, niet meten, dat mag niet – je moet de figuren tellen” Hoor ik mezelf zeggen.

Maar Adam heeft er geen boodschap aan en loopt verder. Als Adam met open mond stilhoudt voor een zwart-wit film klap ik het speurboekje dicht en geef het op. “Mama is dat politie?” “Wat doen ze?” “Waarom liggen die mensen op de grond?” “Gaan ze naar de gevangenis?” Een stortvloed van vragen overvallen mij.
 Dan dringt het tot mij door. Ik doe precies het tegenovergestelde van wat ik hem geleerd heb. Ik stuur hem, dwing interesse af én temper zijn verwondering. De speurtocht gebruik ik als leidraad in plaats van Adams vragen.
“Mama, waarom wordt die meneer weggesleept? Mama!” Ik lees het tekstbordje. De koningsrellen na de inhuldiging van koningin Beatrix in 1980. Adam luistert vol verwondering en trekt mij mee naar een volgend kunstwerk. Even was ik het vergeten: door zijn vragen komen mijn verhalen vanzelf.

Ter afsluiting afdwalen we af naar het de begane grond en komen in de tentoonstelling Democracy van Museum van de Geest – Outsider Art. We dansen met koptelefoons. Adam gaat los en roept: “Mama! Kom mee doen. Dit is super leuk!” We knielen op de grond neer en tekenen samen ons eigen verhaal.

Verwondering blijft de allermooiste route.

Museum van de Geest | Outsider Art Amsterdam

Dagboek: ‘Een museum is saai want dan moet ik rustig doen’

Adam en Noah bij STRAAT Museum Amsterdam

Hij is alweer groot: 5 jaar. Dus schaart hij zichzelf bij de ‘grote’ kleuters: ‘Ik ben een groep 2er’. Hierdoor zijn allerlei dingen niet meer van zelfsprekend. ‘Nee Mama, nu wil ik niet knuffelen’ of ‘Mama ga maar weg’ en bijna elke dag na school ‘Mama mag ik uit spelen?’ Laatst zei ik terug: ‘Maar dat vind ik zo ongezellig’. Even dacht hij na: ‘Mama in het weekend kan je weer met mij spelen’. Daar moest ik het maar mee doen vond hij.

Onze museumbezoekjes zijn op een laag pitje gezet. Corona helpt niet mee en Noah, zijn kleine broertje, maakt van elke plek een indoor-kruip of cracker-eet festijn. Dus betrap ik mezelf erop dat ik weer neig naar kindvriendelijke plekken. De bibliotheek, NEMO (de kinderhysterie walhalla) of toch maar een speeltuintje.

De hoogste tijd dus om op stap te gaan met de KleuterKUNSTclub. Welke tentoonstellingen sluiten aan bij Adams belevingswereld? Bij aankomst op school blijkt Adam echter minder enthousiast. ‘Ik wil naar het speelmuseum’. ‘Daar waren we vorige week. Een nieuw museum ik ook leuk’. ‘Maar mama dat is saai want dan moet ik rustig doen’ Hij doet zijn armen over elkaar en kijkt mij met een serieuze blik aan. ‘Je kan nergens schreeuwen en hard rondrennen. Ook niet in de bieb’. Adam schudt zijn hoofd, hij denkt hier duidelijk anders over. Ik laat hem twee foto’s zien waar hij er eentje uit mag kiezen. Een graffiti kunstwerk van een leeuw of een tentoonstelling over kadootjes. Eerst winnen de kadootjes om in de vertrouwde Sinterklaassfeer te blijven. Maar uiteindelijk gaan we naar het STRAAT Museum want dat is dichtbij in ons eigen vertrouwde stadsdeel.

De voormalige NDSM-scheepsloods van 8000 m2 biedt meer dan genoeg ruimte om actief rond te kijken. Overal om ons heen zien we mega grote graffiti kunstwerken. De kou en Adams ongeduld doen ons tempo versnellen. De stoere houding -Ik vind een museum stom én gaan we nu iets eten in het restaurant – verdwijnt eventjes. We zoeken dieren, tellen kleuren en fantaseren over regenboog monsters. Adam blijft staan en kijkt. ‘Mama wat is dat?’. Het beste antwoord hierop bleek ‘Ehmm geen idee. Wat denk jij?’. Zo zien we opeens een zeemeermin, een held met pijlen in zijn rug en een leeuw zonder poten. Noah besluit ook mee te doen en wil oefenen met staan. Ook speurt hij de grond af op zoek naar iets interessants om in zijn mond te stoppen.

We krijgen het koud en druipen af naar het café. Tot ons geluk blijkt de heater kapot. Gelukkig hebben ze warme frietjes. In de winkel vraagt Adam. ‘Mama mag ik dit hebben?’ Hij houdt een willekeurig boek omhoog. ‘Nee’. ‘Oké’ Hij legt hem terug. ‘Knap hé mama, dat ik niet ga zeuren maar alleen oké zeg?’ Ik schiet in de lach. Kleutertrots. In de bakfiets terug naar huis blijkt dat Adam volgende week weer naar een museum wil: maar wél eentje met verwarming.

Kunstverhaal: Spannend, een eerste date!

“En nu?” fluistert ze zonder haar blik van de man voor haar af te wenden. Haar zus kijkt haar kant op en knikt bemoedigend. “Ga dan”, zegt ze. Maar ze durft niet en blijft onbeweeglijk staan.

Ik houd van tekeningen. Vaak zie ik in een museum anderen er aan voorbij gaan. Het vraagt om meer geduld en iets meer fantasie wellicht. Dit papiertje heeft Hendrick van Avercamp aan gemaakt in 1626. Oftewel 390 jaar geleden. En daar sta ik nu voor! Er zit een grote vlek op de tekening, zou er iets overheen gevallen zijn? Of iets op geplakt? Geen idee, het staat er niet bij op het bordje. Meestal staan de vragen die ik heb niet op het bordje.

De titel: ‘Aan het ijs bij Den Haag’ vertelt weinig méér. Een winters tafereel op het ijs zien we, althans dat suggereert de titel.  Maar als je goed kijkt hebben de vier mensen op de voorgrond geen schaatsen of hele dikke mutsen en sjaals aan. Gelukkig hebben de dames wel een mof om hun handen warm te houden. Ik vermoed dat het mode was in die tijd. De kleding van het viertal doet geloven dat ze van goede huize waren. Geen vodden of blote voeten. Het zwarte masker trekt mijn aandacht. Ze kijkt mij aan. Gaat ze naar een verkleedfeestje? Nee, want de rest heeft geen masker op. Zouden het vrienden zijn of misschien wel twee jonge verliefde stelletjes?  De houding die ze aannemen spreekt dit echter tegen. Ze staan formeel naast elkaar, op gepaste afstand. Misschien hoorde dat wel in die tijd.

Zolang er geen beschrijving bij staat op het bordje kan ik zelf besluiten waar de tekening over gaat. Er is nooit één vaststaand antwoord, we zijn er immers niet bij geweest. Ik denk dat het twee zussen zijn met hun blonde haren. Het meisje met het masker op is de jongste en is door haar zus gekoppeld aan de man links op de tekening. Spannend, een eerste date!

Winterkoning op het ijs, Cornelis Ploos van Amstel naar Hendrick ca 1766, Rijksmuseum Amsterdam 

Ik beeld mij in wat de vervolgtekening zou zijn geweest. Misschien heeft Avercamp wel een hele serie gemaakt van al hun dates maar zijn die verloren gegaan?

Met kloppend hart vermand ze zich en loopt op de jongeman af. Ze glimlacht om zichzelf een houding te geven en wendt haar blik af. ‘Gelukkig heb ik een masker op’, denkt ze. Maar als je goed kijkt zie je dat ze bloost.

PeuterKUNSTclub #thuis: ‘Oh geeft niet, we hebben nu pauze’

We rijden met de auto weg uit de coronateststraat van Amsterdam RAI. Ik ben blij dat het achter de rug is. ‘Mama wat gaan we doen vandaag?’ Vraagt Adam vanaf de achterbank. ‘Wat zou je willen doen?’ Adam denkt na. ‘Gaat het regenen?’ ‘Ja vanmiddag’, zeg ik. ‘Dan wil ik naar een museum’, besluit hij.

‘Dat kan helaas niet. We moeten wachten op de uitslag van de test’.‘Anders worden mensen ziek door het virus’, hoor ik Adam zeggen. ‘Ja klopt’. Gek idee dat een 3 jarige al precies weet hoe het werkt in deze tijd. ‘We kunnen wel ons eigen museum maken?’ Stel ik voor. Adam veert op. ‘Gaan we er dan ook weer met jouw longboard?’ Ik wrijf over mijn dikke buik. ‘Nee met het longboard vind ik een beetje spannend nu met de baby in mijn buik’, leg ik uit. ‘Dan ga ik op mijn fiets’, past Adam het plan aan.

Als we thuis zijn begint Adam vol enthousiasme. Hij trekt zijn werk-spijkerbroek en schoenen aan. ‘Ik ben een werker in het museum’, vertelt hij. We zoeken samen tussen mijn kunstspullen een aantal afbeeldingen uit. Ook twee foto’s van de honden van Adams opa en oma worden opgenomen in de tentoonstelling. Met een rol tape en een stapel schilderijen gaan we aan de slag. Ik mag alleen maar stukjes tape aangeven. Adam is druk. Een diverse verzameling kunstwerken vormt zich een eigen weg op de witte muur van Adams slaapkamer.

De tentoonstelling is af en gaat straks open. Tijd om op pad te gaan. Hij trekt zijn jas aan en zijn helm en handschoenen. Adam gaat mij voor naar de tuin om zijn fiets te pakken.

We moeten heel ver fietsen naar ons museum. Het waait en is koud. Dus zijn we er gelukkig eerder dan verwacht. Met onze museumkaarten lopen we de trap op. Ik geef mijn kaart aan Adam. PLIEP! PLIEP! ‘Hier mevrouw u mag naar binnen’, zegt hij.

We gaan, zoals altijd, voor de schilderijen op de grond zitten. ‘Ik ben de museumwerker en mag ze aanraken. Jij niet’. Ik knik en we fantaseren samen over het kunstwerk waarop een draak wordt aangevallen door een leeuw én een beer én een eenhoorn. ‘Poeh wat een hectiek! En dat allemaal tegelijk!’ ‘Mama je mag hier niet zo hard praten’ Adam neemt zijn rol als museummedewerker heel serieus. Een stuk tape wordt voor de schilderijen geplakt om afstand te houden.

Dan is het tijd om te lunchen. We maken onze broodjes en sap klaar in de keuken en nemen het in broodtrommeltjes mee naar de kantine van ons museum. Samen smikkelen we en kijken tevreden naar de muur met schilderijen. Dan gebruikt het. De tape laat los, één voor één vallen ze van de muur! ‘O, nee mama kijk!’ Ik zie het en zeg: ‘Oh geeft niet, we hebben nu pauze. Komt straks wel’.  Bij elk schilderij dat valt zegt Adam ‘Oh geeft niet, we hebben nu pauze’.

Een eigen museum op zijn tijd is heerlijk praktisch. Na de lunch geven we onze favoriet: het draak-eenhoorn-leeuw-schilderij een nieuwe plek met sterkere tape. ‘Rembrandt hangt ook nog.’ Wijst Adam. ‘Kom mama, het museum gaat dicht.’ Zorgvuldig doet hij de deur van zijn kamer dicht. De museumkaart stop hij in zijn zak. Vanavond is er gelukkig nog een avondopenstelling speciaal voor Papa.

PeuterKUNSTclub #thuis: ‘De meneer krijgt pepernoten’

‘Wat zullen we doen vandaag Adam?’ ‘Ik wil naar een museum maar die zijn dicht door het virus’, zegt Adam. Ik knik en haal een boek tevoorschijn. Zonder iets te zeggen laat ik het boek open op mijn schoot liggen. Adam buigt over het boek heen en kijkt.

‘Dat is de nachtwacht!’ Roept hij enthousiast. ‘Daar wil ik naartoe’. ‘Dat kan helaas niet want het museum is dicht.’ We kijken samen zonder iets te zeggen.

De Nachtwacht, Schutters van wijk II onder leiding van kapitein Frans Banninck Cocq, Rembrandt van Rijn, 1642. Olieverf op doek, Rijksmuseum Amsterdam

‘Wat zie je?’ Vraag ik en doorbreek de stilte. ‘Een trommel. Rom bom bom doet de meneer’. Adam trommelt vol overgave op het boek. Hij  wijst naar het hondje. ‘Waarom schrikt het hondje mama?’ ‘Weet ik niet. Weet je zeker dat hij schrikt?’ Vraag ik. Adam knikt overtuigend. Dat zeiden ze immers in zijn favoriete voorleesboek ‘Aap & Mol gaan naar het museum ook’. Dus!

We kijken verder. ‘Wat doet de meneer in het midden?’ Adam steekt zijn hand uit. ‘Hij doet zo!’ Ik doe hem na. We moeten lachen en kijken heel serieus net als de meneer.

‘Mama de meneer krijgt pepernoten!’ ‘O, ja?’ ‘Ja en de andere meneer ook. Kijk maar’ Adam rommelt in zijn zak en geeft kapitein Frans Banninck Cocq en zijn luitenant Willem van Ruytenburgh een hand vol pepernoten.

Met een klap valt het boek dicht. ‘Ding dong… Het museum gaat sluiten omdat er een virus is. We zijn volgende week weer open.’ Adam zet zijn handen aan zijn mond en praat door de speaker van ons museum. Alle bezoekers pakken hun jassen en tassen en verlaten het museum. De deur gaat op slot, de sleutel verdwijnt in Adams zak.

‘Dag meneer, niet alle pepernoten op eten hé?’

PeuterKUNSTclub #thuis: Doe óók mee vanuit huis

Gisteravond zat ik net als half Nederland aan de buis gekluisterd in afwachting van de ‘nieuwe’ corona-maatregelen. Kleine stapjes zijn gezet maar de musea zijn vooralsnog dicht en kleine kinderen mogen pas op 11 mei weer naar de crèches.

Dus het is nog even improviseren met peuters thuis. Daarom heb ik voor ouders een hand-out ontworpen om in je huis actief met je peuter op stap te gaan.

Impressie van de scollectie van onze PeuterKUNST #thuis

Elke week zet ik, als mijn eigen peuter het toelaat, verhalen en opdrachten van schilderijen online.

Wil je de hand-out ontvangen om ook samen kunst kijken? Stuur mij dan een bericht of plaats een reactie op deze site.

PeuterKUNSTclub #thuis: Een eigen museum bouwen

Alles is veranderd door het coronavirus; even samen een museum bezoeken kan voorlopig niet. Net als heel Nederland zitten Adam en ik thuis. Om toch samen van kunst te kunnen genieten ben ik aan het denken geslagen. Hoe kan ik met Adam van schilderijen genieten zonder ze in het echt te zien? En wat blijkt? Met fantasie als middel kom je overal. Gaan jullie mee op stap?

Voordat we naar ons eigen museum toe kunnen gaan we er eerst samen eentje maken. Adam is gek op rondrijden met zijn ‘motor’ dus doen we een helm op en handschoenen aan. De motor wordt schoon gemaakt. Dan gaan we op weg. Het is druk, we staan in de file voor het stoplicht en houden tussendoor pauze. We parkeren de motor netjes in de gang. Gelukkig wonen we in een veilige buurt dus we kunnen de helm en handschoenen bij de motor laten liggen. Dan gaan we ons museum binnen.

We beklimmen de trap. Ons museum heeft een lange trap met een blauw tapijt. We halen onze museumkaart uit onze zak en scannen deze voor de deur van Adams kamer. Joepie eindelijk we zijn er! We gaan naar binnen.

Maar kunstkijken zit er voorlopig nog niet in. Wij moeten nog heel veel verbouwen. Alles is kapot en moet gerepareerd worden. Gelukkig hebben we een koffertje met gereedschap meegenomen. We gaan samen druk aan het werk. Poeh poeh wat zijn wij druk. Ik zweet!

De collectie wordt samengesteld

Even uitpuffen op de zitzak en een banaantje eten. ´Wij zijn een hele drukke jongen en vrouw hè?´ zegt Adam. Ik knik instemmend. Na een korte pauze gaan we weer verder. Gelukkig besluit Adam al snel dat we bijna klaar zijn. We vegen alles schoon en doen wat afval in vuilniszakken.

Nu is het tijd voor het inrichten van de museumzaal. Samen, heel voorzichtig, brengen we alle kunstwerken naar binnen. We trekken handschoenen aan om te voorkomen dat er schilderijen kapot gaan. We kiezen onze favorieten en hangen deze aan de muur.

Zo, en nu de plattegrond erbij pakken. Naar welk schilderij gaan we het eerste toe? ‘Rembrandt!’ Roept Adam resoluut. Eens fan altijd fan blijkt maar weer. We schuifelen samen naar de ets van Rembrandt. Een klein werkje. We gaan samen op de grond zitten zodat we het kunstwerk goed kunnen bekijken.

-Wordt vervolgd-

P.S: Wil jij met jouw peuter ook meedoen aan de PeuterKUNSTclub #thuis? Plaats dan een reactie op de site.

PeuterKUNSTclub: Ik ben 2 en zeg museum: ‘Kukelekuuuuuuuu’

Sinds gisteren zijn, om het Coronavirus tegen te gaan, alle musea gesloten. Om tóch te kunnen blijven genieten van kunst neem ik jullie mee op stap. We gaan samen met mijn gezin een jaartje terug in de tijd en bezoeken het Mauritshuis in Den Haag.

We klauteren de trap op naar de tweede verdieping van het Mauritshuis in Den Haag. ‘Papaaaaa’, roept Adam. ‘Die is al boven met de lift’ zeg ik. Boven in de zaal vinden we papa. We kijken om ons heen. Adam loopt op een schilderij af. Er zijn geen veiligheidshekjes, de streep op de grond begrijpt hij niet. Ik snel naar Adam toe en til hem op.

‘Welk schilderij wil je zien?’ vraag ik. Hij wijst opzij. ‘Boemkool’ hoor ik in mijn oor. We gaan zitten en spelen eventjes samen voor het schilderij met al het fruit. Papa doet ook mee. Adam is onrustig en wil weer verder. We dwalen de gangen door en eten elke appel die we tegen komen.

‘Citroen… heel zuur’ zegt Adam in elke zaal. Als we bijna klaar zijn lopen we een schilderij met kippen voorbij. Adam probeert zich uit mijn armen te wurmen. ‘Kip..kip’ zegt hij opgewonden. We blijven stil staan. Papa loopt verder. We speuren samen het schilderij af en vinden nog veel meer kippen, eitjes in een rietenmandje, pauwen en zelfs een duif!

Jan Steen, De kippenhof ca 1625, Mauritshuis in Den Haag

‘Wat zit er in die andere mand?’ vraag ik. ‘Kijke..kijke…’ We buigen iets voorover. Duiven fluister ik in zijn oor. ‘Opa’, zegt hij. Ja klopt. Duiven en opa worden altijd samen genoemd. Papa komt weer terug, we staan nog steeds voor het schilderij. We breken een eitje en roeren heel hard in de pan. ‘Adam opeten’, zegt hij en stopt het hele eitje in één keer in zijn mond.

‘Laten we gaan’, zegt papa. Adam en ik kijken nog een keer naar het schilderij en spelen verder. ‘Wat zit er in het blauwe kommetje?’ Even is Adam stil dan worden zijn ogen groot. ‘Melk!’ gilt hij. ‘Sssst! Niet zo hard Adam’ ‘Adam ook melk drinken?’, vraagt hij. Papa knikt en wenkt ons. Hij heeft gelijk. We zijn hier al lang; altijd stoppen op je hoogtepunt. Adam zegt alle dieren op het schilderijen één voor één gedag en laat zich dan weer tegen mij aan zakken. Schilderijen kijken maakt moe.

We nemen de lift terug naar beneden en snellen naar de winkel. Adam speurt de rekken af op zoek naar zijn favoriete schilderij. ‘Haan, haan’ hoor ik steeds. Helaas we zien alleen maar andere kaarten. Op de bovenverdieping heeft de winkel nog een collectie kaarten. Adam klimt het trappetje op. De dame achter de kassa houdt hem in de gaten. Maar Adam is niet geïnteresseerd in de andere spullen en loopt naar het kaartenrekje toe. Hij draait hard aan en rek, dan stopt hij abrupt. ‘HAAN!’ Ik hurk naast hem neer en herken het schilderij.

Kunstverhaal: ‘Ik ben geboren in 1685’

Het voelt gek maar ook een beetje spannend. Als ik naar haar kijk zie ik mezelf. Of althans een vroegere versie van mezelf. Ze heet Sara Backer, net als ik. Geboren in 1685. Dat is maar 303 jaar voor mijn geboorte. Misschien leef ik nu wel mijn tweede leven?

“Ceesje, zo heet hij. Ik ben dol op zijn blauwe veren. Als ze glinsteren in het zonlicht ontdek je ook een paar gele veertjes. Elke ochtend word ik wakker van zijn gekakel. Het heeft een paar middagen oefenen gekost, dat wel. Het is heel gezellig, hij zegt allerlei woorden na”, vertelt Sara vrolijk. “Ik moet wel oppassen dat hij mijn geheimen niet doorverteld”, fluistert ze erachteraan.

Vroeger lieten welvarende burgers portretten van zichzelf vervaardigen als statussymbool. Je zou kunnen zeggen dat portretten in die tijd net zoiets waren als onze familie- en profielfoto’s nu. Heb je wel eens een portret gezien waarbij iemand in zijn pyjama, met haren door de war en opgedroogd speeksel rondom de mond is afgebeeld? Ik in ieder geval niet. Mensen willen altijd goed voor de dag komen.

Haar glimmende haarspeld met parels en de mooie donkerblauwe fluwelen mantel die ze over haar jurk heen draagt doet vermoeden dat ze misschien wel een portret liet maken om anderen te imponeren.

Ik weet dat de allereerste afstammeling van mijn familie Willem Backer is. Hij is geboren in 1528. Heel veel takken in de stamboom verder zie ik mijn eigen naam staan: Sara Backer (1685 – 1732). Ze is maar 47 jaar geworden. Helaas is ze ongetrouwd en kinderloos gebleven. Toch bewijst dit portret dat Sara bestaan heeft.

Sara Backer (1685-1737) ca 1710 – 1720 door Arnold Boonen
Museum het Cromhouthuis Amsterdam

Wijst ze daarom naar de papegaai? Om iets duidelijk te maken? Ze lacht niet maar kijkt doordringend mijn kant op. Misschien zijn haar geheimen doorverteld? Jammer dat ik niet terug in de tijd kan reizen om te horen wat ze Ceesje allemaal heeft toevertrouwd.