Dagboek: ‘Een museum is saai want dan moet ik rustig doen’

Adam en Noah bij STRAAT Museum Amsterdam

Hij is alweer groot: 5 jaar. Dus schaart hij zichzelf bij de ‘grote’ kleuters: ‘Ik ben een groep 2er’. Hierdoor zijn allerlei dingen niet meer van zelfsprekend. ‘Nee Mama, nu wil ik niet knuffelen’ of ‘Mama ga maar weg’ en bijna elke dag na school ‘Mama mag ik uit spelen?’ Laatst zei ik terug: ‘Maar dat vind ik zo ongezellig’. Even dacht hij na: ‘Mama in het weekend kan je weer met mij spelen’. Daar moest ik het maar mee doen vond hij.

Onze museumbezoekjes zijn op een laag pitje gezet. Corona helpt niet mee en Noah, zijn kleine broertje, maakt van elke plek een indoor-kruip of cracker-eet festijn. Dus betrap ik mezelf erop dat ik weer neig naar kindvriendelijke plekken. De bibliotheek, NEMO (de kinderhysterie walhalla) of toch maar een speeltuintje.

De hoogste tijd dus om op stap te gaan met de KleuterKUNSTclub. Welke tentoonstellingen sluiten aan bij Adams belevingswereld? Bij aankomst op school blijkt Adam echter minder enthousiast. ‘Ik wil naar het speelmuseum’. ‘Daar waren we vorige week. Een nieuw museum ik ook leuk’. ‘Maar mama dat is saai want dan moet ik rustig doen’ Hij doet zijn armen over elkaar en kijkt mij met een serieuze blik aan. ‘Je kan nergens schreeuwen en hard rondrennen. Ook niet in de bieb’. Adam schudt zijn hoofd, hij denkt hier duidelijk anders over. Ik laat hem twee foto’s zien waar hij er eentje uit mag kiezen. Een graffiti kunstwerk van een leeuw of een tentoonstelling over kadootjes. Eerst winnen de kadootjes om in de vertrouwde Sinterklaassfeer te blijven. Maar uiteindelijk gaan we naar het STRAAT Museum want dat is dichtbij in ons eigen vertrouwde stadsdeel.

De voormalige NDSM-scheepsloods van 8000 m2 biedt meer dan genoeg ruimte om actief rond te kijken. Overal om ons heen zien we mega grote graffiti kunstwerken. De kou en Adams ongeduld doen ons tempo versnellen. De stoere houding -Ik vind een museum stom én gaan we nu iets eten in het restaurant – verdwijnt eventjes. We zoeken dieren, tellen kleuren en fantaseren over regenboog monsters. Adam blijft staan en kijkt. ‘Mama wat is dat?’. Het beste antwoord hierop bleek ‘Ehmm geen idee. Wat denk jij?’. Zo zien we opeens een zeemeermin, een held met pijlen in zijn rug en een leeuw zonder poten. Noah besluit ook mee te doen en wil oefenen met staan. Ook speurt hij de grond af op zoek naar iets interessants om in zijn mond te stoppen.

We krijgen het koud en druipen af naar het café. Tot ons geluk blijkt de heater kapot. Gelukkig hebben ze warme frietjes. In de winkel vraagt Adam. ‘Mama mag ik dit hebben?’ Hij houdt een willekeurig boek omhoog. ‘Nee’. ‘Oké’ Hij legt hem terug. ‘Knap hé mama, dat ik niet ga zeuren maar alleen oké zeg?’ Ik schiet in de lach. Kleutertrots. In de bakfiets terug naar huis blijkt dat Adam volgende week weer naar een museum wil: maar wél eentje met verwarming.

KleuterKUNSTclub: “De koets van goud en verdriet”

‘Mag ik op het knopje drukken?’ Vraagt Adam in de lift. Ik knik. ‘We moeten er bij Rokin weer uit’, zeg ik als we de metro in stappen. Ik parkeer de kinderwagen en ga zitten. De metro komt in beweging. Adam wankelt maar blijft staan. Hij schrikt en kruipt op mijn schoot.

‘Zijn we al bij het koetsmuseum?’ ‘Bijna’ We gaan naar de Gouden koets kijken in het Amsterdam museum. ‘Zien we dan ook de koning en koningin?’ We babbelen door terwijl Noah vanuit de kinderwagen verwonderd om zich heen kijkt. De lampen, geluiden en metro maken indruk.

Op het perron bij Rokin voer ik Noah een potje bloemkoolstamppot, koud bij gebrek aan voorzieningen, terwijl Adam alle metro’s in de gaten houdt.

Tevreden wandelen we naar de lift en vervolgen onze tocht naar het museum. Bij hoge uitzondering mogen we zonder tijdslot naar binnen. Adam staat naast mij en is opdreef: ‘Maar waar is de koets van goud?’

We raken verzeild in een lange route van lift naar lift, zien ongepland het hele museum en starten in de laatste zaal van de tentoonstelling. Met hulp van een andere bezoeker tillen we de kinderwagen de trap af. Joepie! Daar is de koets!

Als we ons neus tegen het glas drukken klinkt het geluid van paardenhoeven. Adam onderzoekt of de paarden echt zijn. We vinden draken, engelen, zonnetjes en leeuwen op de koets. Allemaal van goud. En tot onze blijdschap is er ook een grote kroon. Maar geen koning en koningin. En het glas is ook jammer vindt Adam. Het tafereel op de linker koetsdeur krijgt onze aandacht. Ik leg uit wat er op staat.

‘Maar mama, wat doen de kinderen dan als hun papa en mama de hele dag moeten werken?’ ‘Die helpen mee of spelen een beetje.’ ‘Ik zie geen kinderen spelen.’ ‘Nee.’ ‘Maar ik vind het zielig voor de mensen dat ze alleen maar moeten werken.’ ‘Ja is het ook. In die tijd van het schip…’ ‘Het schip met de vlag van Nederland?’

‘Ja lang geleden, toen vonden mensen het normaal dat ze de baas konden zijn over andere mensen. Nu weten we dat niet normaal is en niet mag.’ ‘Nee. Ik vind het zielig mama.’ ‘Ja, daarom staat het nu in een museum. Zodat wij kunnen leren van vroeger.’

Noah kijkt ook naar de koets. Hij kirt en test zijn stembanden.

‘Oh mama, het geluid komt uit die box daar’ Adam wijst opgelucht naar een hoek toe.

Samen lopen we nog een rondje om de koets en stuiten bij de terugweg in het museum op het doelab. Een bak vol lego verwelkomt ons. Noah kruipt rond en Adam bouwt mee aan zijn eigen stad.

‘Weet je Adam. Belangrijk is om te onthouden dat je nooit de baas mag zijn over iemand anders. Je bent alleen de baas over je zelf.’ Adam kijkt op van zijn bouwwerk. ‘Ja altijd de baas zijn is gemeen.’ ‘Ja.’

Ik til Noah op, net voordat hij een stuk lego in zijn mond probeert te stoppen. ‘De kroon van goud vind ik mooi’, zegt hij. Ik aai over zijn hoofd.

‘Maar het schilderij is zielig’. Even is hij stil, dan houdt hij zijn lego bouwsel omhoog. ‘Kijk ik heb het allermooiste gebouw gemaakt van iedereen!’

PeuterKUNSTclub #thuis: ‘Oh geeft niet, we hebben nu pauze’

We rijden met de auto weg uit de coronateststraat van Amsterdam RAI. Ik ben blij dat het achter de rug is. ‘Mama wat gaan we doen vandaag?’ Vraagt Adam vanaf de achterbank. ‘Wat zou je willen doen?’ Adam denkt na. ‘Gaat het regenen?’ ‘Ja vanmiddag’, zeg ik. ‘Dan wil ik naar een museum’, besluit hij.

‘Dat kan helaas niet. We moeten wachten op de uitslag van de test’.‘Anders worden mensen ziek door het virus’, hoor ik Adam zeggen. ‘Ja klopt’. Gek idee dat een 3 jarige al precies weet hoe het werkt in deze tijd. ‘We kunnen wel ons eigen museum maken?’ Stel ik voor. Adam veert op. ‘Gaan we er dan ook weer met jouw longboard?’ Ik wrijf over mijn dikke buik. ‘Nee met het longboard vind ik een beetje spannend nu met de baby in mijn buik’, leg ik uit. ‘Dan ga ik op mijn fiets’, past Adam het plan aan.

Als we thuis zijn begint Adam vol enthousiasme. Hij trekt zijn werk-spijkerbroek en schoenen aan. ‘Ik ben een werker in het museum’, vertelt hij. We zoeken samen tussen mijn kunstspullen een aantal afbeeldingen uit. Ook twee foto’s van de honden van Adams opa en oma worden opgenomen in de tentoonstelling. Met een rol tape en een stapel schilderijen gaan we aan de slag. Ik mag alleen maar stukjes tape aangeven. Adam is druk. Een diverse verzameling kunstwerken vormt zich een eigen weg op de witte muur van Adams slaapkamer.

De tentoonstelling is af en gaat straks open. Tijd om op pad te gaan. Hij trekt zijn jas aan en zijn helm en handschoenen. Adam gaat mij voor naar de tuin om zijn fiets te pakken.

We moeten heel ver fietsen naar ons museum. Het waait en is koud. Dus zijn we er gelukkig eerder dan verwacht. Met onze museumkaarten lopen we de trap op. Ik geef mijn kaart aan Adam. PLIEP! PLIEP! ‘Hier mevrouw u mag naar binnen’, zegt hij.

We gaan, zoals altijd, voor de schilderijen op de grond zitten. ‘Ik ben de museumwerker en mag ze aanraken. Jij niet’. Ik knik en we fantaseren samen over het kunstwerk waarop een draak wordt aangevallen door een leeuw én een beer én een eenhoorn. ‘Poeh wat een hectiek! En dat allemaal tegelijk!’ ‘Mama je mag hier niet zo hard praten’ Adam neemt zijn rol als museummedewerker heel serieus. Een stuk tape wordt voor de schilderijen geplakt om afstand te houden.

Dan is het tijd om te lunchen. We maken onze broodjes en sap klaar in de keuken en nemen het in broodtrommeltjes mee naar de kantine van ons museum. Samen smikkelen we en kijken tevreden naar de muur met schilderijen. Dan gebruikt het. De tape laat los, één voor één vallen ze van de muur! ‘O, nee mama kijk!’ Ik zie het en zeg: ‘Oh geeft niet, we hebben nu pauze. Komt straks wel’.  Bij elk schilderij dat valt zegt Adam ‘Oh geeft niet, we hebben nu pauze’.

Een eigen museum op zijn tijd is heerlijk praktisch. Na de lunch geven we onze favoriet: het draak-eenhoorn-leeuw-schilderij een nieuwe plek met sterkere tape. ‘Rembrandt hangt ook nog.’ Wijst Adam. ‘Kom mama, het museum gaat dicht.’ Zorgvuldig doet hij de deur van zijn kamer dicht. De museumkaart stop hij in zijn zak. Vanavond is er gelukkig nog een avondopenstelling speciaal voor Papa.

PeuterKUNSTclub: ‘Ze heeft teveel toetjes gegeten’

‘Mama! Wat heb je verteld aan de kindjes vandaag?’ vraagt Adam bij thuiskomst. Ik werk sinds kort als kunstdocent op een basisschool. We gaan op de bank zitten en Adam haalt mijn werkmap uit mijn tas te voorschijn. Elke avond wil hij óók kijken naar kunst en mijn verhalen horen.

Marcus Gheeraerts the Younger , Portret van een dame in rood, 1620, Tate Modern in Londen.

‘Wie is dit?’ Hij houdt een afbeelding van een portret omhoog. ‘Weet ik niet. Wat denk jij?’ ‘Een prinses’ ‘Waarom?’ ‘De jurk is mooi. Ik wil ook zo’n jurk’ ‘Dat kan. Wat vind je het mooist?’ Adam wijst naar de bloemmotieven op de rok van de mevrouw. Even kijkt hij zonder iets te zeggen.

‘Ze heeft haar hand op haar buik’ zeg ik. ‘Waarom, Mama?’ ‘Wat denk je?’ ‘Ik denk dat ze buikpijn heeft’ ‘Misschien. Haar buik is dik, zie je dat?’ ‘Ooh, ik weet het! Ze heeft te veel toetjes gegeten’, verklaart Adam.

‘Wie weet. Maar mijn buik is ook dik’ Adam springt op. ‘Ze heeft ook een broertje in de buik!’ gilt hij. Ik lach. ‘Ze krijgt ook een baby’. ‘Een meisje is een broertje toch?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Een zusje’ ‘En ik krijg een broertje en dat is een jongen. Ik ben ook een jongen en papa is een man’. Ik knik. Fijn dat we dat ook weer opgehelderd hebben.

Adam stopt de afbeelding terug in mijn werkmap. ‘Mama, zullen we nu een toetje eten?’

PeuterKUNSTclub #thuis: ‘De meneer krijgt pepernoten’

‘Wat zullen we doen vandaag Adam?’ ‘Ik wil naar een museum maar die zijn dicht door het virus’, zegt Adam. Ik knik en haal een boek tevoorschijn. Zonder iets te zeggen laat ik het boek open op mijn schoot liggen. Adam buigt over het boek heen en kijkt.

‘Dat is de nachtwacht!’ Roept hij enthousiast. ‘Daar wil ik naartoe’. ‘Dat kan helaas niet want het museum is dicht.’ We kijken samen zonder iets te zeggen.

De Nachtwacht, Schutters van wijk II onder leiding van kapitein Frans Banninck Cocq, Rembrandt van Rijn, 1642. Olieverf op doek, Rijksmuseum Amsterdam

‘Wat zie je?’ Vraag ik en doorbreek de stilte. ‘Een trommel. Rom bom bom doet de meneer’. Adam trommelt vol overgave op het boek. Hij  wijst naar het hondje. ‘Waarom schrikt het hondje mama?’ ‘Weet ik niet. Weet je zeker dat hij schrikt?’ Vraag ik. Adam knikt overtuigend. Dat zeiden ze immers in zijn favoriete voorleesboek ‘Aap & Mol gaan naar het museum ook’. Dus!

We kijken verder. ‘Wat doet de meneer in het midden?’ Adam steekt zijn hand uit. ‘Hij doet zo!’ Ik doe hem na. We moeten lachen en kijken heel serieus net als de meneer.

‘Mama de meneer krijgt pepernoten!’ ‘O, ja?’ ‘Ja en de andere meneer ook. Kijk maar’ Adam rommelt in zijn zak en geeft kapitein Frans Banninck Cocq en zijn luitenant Willem van Ruytenburgh een hand vol pepernoten.

Met een klap valt het boek dicht. ‘Ding dong… Het museum gaat sluiten omdat er een virus is. We zijn volgende week weer open.’ Adam zet zijn handen aan zijn mond en praat door de speaker van ons museum. Alle bezoekers pakken hun jassen en tassen en verlaten het museum. De deur gaat op slot, de sleutel verdwijnt in Adams zak.

‘Dag meneer, niet alle pepernoten op eten hé?’

PeuterKUNSTclub #thuis: ‘Ik heb gewonnen!’

Ook in het weekend is de PeuterKUNSTclub #thuis actief. Vandaag hebben Adam en ik zin om in onze pyjama naar kunst te kijken. Door ons museum aan huis kan dit. Heel stiekem trek ik iets anders aan. Met een paarse glitterjas en een strohoed loop ik de woonkamer in. Adam stopt met spelen en kijkt mij aan. ‘Mama wat ben je?’ ‘Ik ben een verhalenverteller, luister je mee?’ Adam knikt en kruipt op de bank.

Ik rommel in een tas en haal een opgerold stukje papier tevoorschijn. ‘Vandaag ga ik vertellen over Atalante, zij kan het aller hardste lopen van iedereen’. Ik zwijg een moment.

Willem van Herp Atalanta en Hippomenes, ca. 1650, Nationaal Museum in Warschau.

‘Er is een hardloopwedstrijd. Doe je mee?’ Meteen springt Adam overeind. We leggen bordjes neer en verkleden ons. Adam wil een de prinses zijn en trekt een blauwe jurk aan en roze hakken. Rennen op hakken blijkt wat moeilijk dus gaat hij blootsvoets verder.

‘Klaar voor de start? AF!’ We rennen rondjes, rusten uit en duwen een beetje. Dan ziet Atalante opeens iets. ‘De gouden appel’. Adam houdt hem in de lucht. O, nee ze is verslagen! ‘De magische appels waren zó mooi dat ze wel moest stoppen. Hippomenes wint.’‘Ik heb gewonnen!’ Adam houdt een trofee omhoog en springt in het rond. Hij is prinses en ridder tegelijk.

De hardloopwedstrijd

Samen kruipen we op de bank en kijken naar een schilderij waarop het mythologische verhaal over Atalante en Hippomenes is afgebeeld. ‘Kijk daar!’ Roept Adam. We zien óók appels, lachen om hun kleren en doen de gekke houding van de rennende Hippomenes. Gejuich langs de lijn en we zien een mooie tent voor rijke toeschouwers tijdens de wedstrijd.

We plakken stickers en proberen net zo’n grote appel te tekenen als op het schilderij. Adam schuift heen en weer op zijn stoel. ‘Kom verteller, de wedstrijd begint weer’, zegt hij. Hij klimt van zijn stoel en gaat klaar staan. Een wedstrijdje doen blijft immers het allerleukst!

PeuterKUNSTclub #thuis: Doe óók mee vanuit huis

Gisteravond zat ik net als half Nederland aan de buis gekluisterd in afwachting van de ‘nieuwe’ corona-maatregelen. Kleine stapjes zijn gezet maar de musea zijn vooralsnog dicht en kleine kinderen mogen pas op 11 mei weer naar de crèches.

Dus het is nog even improviseren met peuters thuis. Daarom heb ik voor ouders een hand-out ontworpen om in je huis actief met je peuter op stap te gaan.

Impressie van de scollectie van onze PeuterKUNST #thuis

Elke week zet ik, als mijn eigen peuter het toelaat, verhalen en opdrachten van schilderijen online.

Wil je de hand-out ontvangen om ook samen kunst kijken? Stuur mij dan een bericht of plaats een reactie op deze site.

PeuterKUNSTclub #thuis: ‘De draak heeft pijn!’

Adam kruipt tegen mij aan op de zitzak. Hij houdt de afbeelding van het schilderij van Rubens in zijn hand. De afgelopen dagen heeft hij de afbeelding al een paar keer gepakt en weer weggelegd. De draak is leuk maar ook een beetje eng.

‘Wat doet de draak Mama?’ ‘De draak heeft pijn’. ‘Waarom?’ ‘Omdat er een speer in zijn neus zit. Hij bloed’. Adam drukt zijn neus tegen de afbeelding aan. En probeert het bloed te zien. ‘Ik zie rode stipjes’. ‘Ja dat is bloed’, vertel ik. ‘Waarom?’

Sint Joris in gevecht met de draak, Peter Paul Rubens, 1615-1620.

‘De draak heeft ruzie met de meneer op het paard’. We kijken even naar de meneer. Maar dan krijgt de draak weer alle aandacht. Huilt de draak? En kan de draak nog wel eten?

‘Zullen we het aan de draak vragen?’ Adam schudt zijn hoofd. ‘De draak is nep mama, die kan niet praten’, legt hij uit. Handig om te weten. Ik fantaseer verder. De draak en de ridder hebben ruzie omdat de draak de prinses pest. De ridder jaagt de draak weg. Arme draak. Hij heeft zo’n pijn.

‘Een klein beetje?’ Adam houdt zijn vingers uit elkaar. ‘Zo veel?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Nee ik denk wel wat meer hoor’. Adam denkt even na en strekt dan zijn armen zo ver mogelijk. ‘Zooooveeel dan?’ Ik knik.

‘Gaat de draak dood?’ Ik schud van nee. Het verhaal moet immers wel peuterproof blijven. Nachtmerries door kunst kijken staat niet op mijn verlanglijstje. Ik vertel dat de draak pijn heeft en moet huilen.

‘De draak roept: Stop houd op! De ridder stopt het gevecht en de draak kruipt weg’, vervolg ik mijn verhaal. ‘Waar gaat hij naar toe?’ Wil Adam weten. ‘Hij kruipt naar huis’. Ik vertel dat zijn beste vriend voor de deur van zijn huis op hem wacht. De beste vriend van de draak maakt hem beter en daarna kunnen ze weer samen spelen.

‘Gaan ze dan ook naar de binnenspeeltuin?’, vraagt Adam nieuwsgierig.
‘Weet ik niet. Zullen we dat morgen vragen?’ Dat vindt Adam goed, hij wrijft in zijn ogen.

‘Zullen we zwaaien?’ Vraag ik. ‘Maar ze zwaaien niet terug. Waarom niet, mama?’ ‘Omdat het een afbeelding van een schilderij is’. ‘Oh, jammer’.
‘Zullen we het morgen nog een keer proberen?’ Adam stemt in. Hij legt de afbeelding op de grond. Het museum gaat nu dicht.

Tot de volgende keer draak!

PeuterKUNSTclub #thuis: Een eigen museum bouwen

Alles is veranderd door het coronavirus; even samen een museum bezoeken kan voorlopig niet. Net als heel Nederland zitten Adam en ik thuis. Om toch samen van kunst te kunnen genieten ben ik aan het denken geslagen. Hoe kan ik met Adam van schilderijen genieten zonder ze in het echt te zien? En wat blijkt? Met fantasie als middel kom je overal. Gaan jullie mee op stap?

Voordat we naar ons eigen museum toe kunnen gaan we er eerst samen eentje maken. Adam is gek op rondrijden met zijn ‘motor’ dus doen we een helm op en handschoenen aan. De motor wordt schoon gemaakt. Dan gaan we op weg. Het is druk, we staan in de file voor het stoplicht en houden tussendoor pauze. We parkeren de motor netjes in de gang. Gelukkig wonen we in een veilige buurt dus we kunnen de helm en handschoenen bij de motor laten liggen. Dan gaan we ons museum binnen.

We beklimmen de trap. Ons museum heeft een lange trap met een blauw tapijt. We halen onze museumkaart uit onze zak en scannen deze voor de deur van Adams kamer. Joepie eindelijk we zijn er! We gaan naar binnen.

Maar kunstkijken zit er voorlopig nog niet in. Wij moeten nog heel veel verbouwen. Alles is kapot en moet gerepareerd worden. Gelukkig hebben we een koffertje met gereedschap meegenomen. We gaan samen druk aan het werk. Poeh poeh wat zijn wij druk. Ik zweet!

De collectie wordt samengesteld

Even uitpuffen op de zitzak en een banaantje eten. ´Wij zijn een hele drukke jongen en vrouw hè?´ zegt Adam. Ik knik instemmend. Na een korte pauze gaan we weer verder. Gelukkig besluit Adam al snel dat we bijna klaar zijn. We vegen alles schoon en doen wat afval in vuilniszakken.

Nu is het tijd voor het inrichten van de museumzaal. Samen, heel voorzichtig, brengen we alle kunstwerken naar binnen. We trekken handschoenen aan om te voorkomen dat er schilderijen kapot gaan. We kiezen onze favorieten en hangen deze aan de muur.

Zo, en nu de plattegrond erbij pakken. Naar welk schilderij gaan we het eerste toe? ‘Rembrandt!’ Roept Adam resoluut. Eens fan altijd fan blijkt maar weer. We schuifelen samen naar de ets van Rembrandt. Een klein werkje. We gaan samen op de grond zitten zodat we het kunstwerk goed kunnen bekijken.

-Wordt vervolgd-

P.S: Wil jij met jouw peuter ook meedoen aan de PeuterKUNSTclub #thuis? Plaats dan een reactie op de site.

PeuterKUNSTclub: Ik ben 2 en zeg museum: ‘Kukelekuuuuuuuu’

Sinds gisteren zijn, om het Coronavirus tegen te gaan, alle musea gesloten. Om tóch te kunnen blijven genieten van kunst neem ik jullie mee op stap. We gaan samen met mijn gezin een jaartje terug in de tijd en bezoeken het Mauritshuis in Den Haag.

We klauteren de trap op naar de tweede verdieping van het Mauritshuis in Den Haag. ‘Papaaaaa’, roept Adam. ‘Die is al boven met de lift’ zeg ik. Boven in de zaal vinden we papa. We kijken om ons heen. Adam loopt op een schilderij af. Er zijn geen veiligheidshekjes, de streep op de grond begrijpt hij niet. Ik snel naar Adam toe en til hem op.

‘Welk schilderij wil je zien?’ vraag ik. Hij wijst opzij. ‘Boemkool’ hoor ik in mijn oor. We gaan zitten en spelen eventjes samen voor het schilderij met al het fruit. Papa doet ook mee. Adam is onrustig en wil weer verder. We dwalen de gangen door en eten elke appel die we tegen komen.

‘Citroen… heel zuur’ zegt Adam in elke zaal. Als we bijna klaar zijn lopen we een schilderij met kippen voorbij. Adam probeert zich uit mijn armen te wurmen. ‘Kip..kip’ zegt hij opgewonden. We blijven stil staan. Papa loopt verder. We speuren samen het schilderij af en vinden nog veel meer kippen, eitjes in een rietenmandje, pauwen en zelfs een duif!

Jan Steen, De kippenhof ca 1625, Mauritshuis in Den Haag

‘Wat zit er in die andere mand?’ vraag ik. ‘Kijke..kijke…’ We buigen iets voorover. Duiven fluister ik in zijn oor. ‘Opa’, zegt hij. Ja klopt. Duiven en opa worden altijd samen genoemd. Papa komt weer terug, we staan nog steeds voor het schilderij. We breken een eitje en roeren heel hard in de pan. ‘Adam opeten’, zegt hij en stopt het hele eitje in één keer in zijn mond.

‘Laten we gaan’, zegt papa. Adam en ik kijken nog een keer naar het schilderij en spelen verder. ‘Wat zit er in het blauwe kommetje?’ Even is Adam stil dan worden zijn ogen groot. ‘Melk!’ gilt hij. ‘Sssst! Niet zo hard Adam’ ‘Adam ook melk drinken?’, vraagt hij. Papa knikt en wenkt ons. Hij heeft gelijk. We zijn hier al lang; altijd stoppen op je hoogtepunt. Adam zegt alle dieren op het schilderijen één voor één gedag en laat zich dan weer tegen mij aan zakken. Schilderijen kijken maakt moe.

We nemen de lift terug naar beneden en snellen naar de winkel. Adam speurt de rekken af op zoek naar zijn favoriete schilderij. ‘Haan, haan’ hoor ik steeds. Helaas we zien alleen maar andere kaarten. Op de bovenverdieping heeft de winkel nog een collectie kaarten. Adam klimt het trappetje op. De dame achter de kassa houdt hem in de gaten. Maar Adam is niet geïnteresseerd in de andere spullen en loopt naar het kaartenrekje toe. Hij draait hard aan en rek, dan stopt hij abrupt. ‘HAAN!’ Ik hurk naast hem neer en herken het schilderij.