Hij is alweer groot: 5 jaar. Dus schaart hij zichzelf bij de ‘grote’ kleuters: ‘Ik ben een groep 2er’. Hierdoor zijn allerlei dingen niet meer van zelfsprekend. ‘Nee Mama, nu wil ik niet knuffelen’ of ‘Mama ga maar weg’ en bijna elke dag na school ‘Mama mag ik uit spelen?’ Laatst zei ik terug: ‘Maar dat vind ik zo ongezellig’. Even dacht hij na: ‘Mama in het weekend kan je weer met mij spelen’. Daar moest ik het maar mee doen vond hij.
Onze museumbezoekjes zijn op een laag pitje gezet. Corona helpt niet mee en Noah, zijn kleine broertje, maakt van elke plek een indoor-kruip of cracker-eet festijn. Dus betrap ik mezelf erop dat ik weer neig naar kindvriendelijke plekken. De bibliotheek, NEMO (de kinderhysterie walhalla) of toch maar een speeltuintje.
De hoogste tijd dus om op stap te gaan met de KleuterKUNSTclub. Welke tentoonstellingen sluiten aan bij Adams belevingswereld? Bij aankomst op school blijkt Adam echter minder enthousiast. ‘Ik wil naar het speelmuseum’. ‘Daar waren we vorige week. Een nieuw museum ik ook leuk’. ‘Maar mama dat is saai want dan moet ik rustig doen’ Hij doet zijn armen over elkaar en kijkt mij met een serieuze blik aan. ‘Je kan nergens schreeuwen en hard rondrennen. Ook niet in de bieb’. Adam schudt zijn hoofd, hij denkt hier duidelijk anders over. Ik laat hem twee foto’s zien waar hij er eentje uit mag kiezen. Een graffiti kunstwerk van een leeuw of een tentoonstelling over kadootjes. Eerst winnen de kadootjes om in de vertrouwde Sinterklaassfeer te blijven. Maar uiteindelijk gaan we naar het STRAAT Museum want dat is dichtbij in ons eigen vertrouwde stadsdeel.
De voormalige NDSM-scheepsloods van 8000 m2 biedt meer dan genoeg ruimte om actief rond te kijken. Overal om ons heen zien we mega grote graffiti kunstwerken. De kou en Adams ongeduld doen ons tempo versnellen. De stoere houding -Ik vind een museum stom én gaan we nu iets eten in het restaurant – verdwijnt eventjes. We zoeken dieren, tellen kleuren en fantaseren over regenboog monsters. Adam blijft staan en kijkt. ‘Mama wat is dat?’. Het beste antwoord hierop bleek ‘Ehmm geen idee. Wat denk jij?’. Zo zien we opeens een zeemeermin, een held met pijlen in zijn rug en een leeuw zonder poten. Noah besluit ook mee te doen en wil oefenen met staan. Ook speurt hij de grond af op zoek naar iets interessants om in zijn mond te stoppen.
We krijgen het koud en druipen af naar het café. Tot ons geluk blijkt de heater kapot. Gelukkig hebben ze warme frietjes. In de winkel vraagt Adam. ‘Mama mag ik dit hebben?’ Hij houdt een willekeurig boek omhoog. ‘Nee’. ‘Oké’ Hij legt hem terug. ‘Knap hé mama, dat ik niet ga zeuren maar alleen oké zeg?’ Ik schiet in de lach. Kleutertrots. In de bakfiets terug naar huis blijkt dat Adam volgende week weer naar een museum wil: maar wél eentje met verwarming.