Dagboek: Stiekem snoepen in de nacht

Kinderen voor kinderen wordt fanatiek meegezongen bij ons thuis, 1 liedje is favoriet en nu snap ik waarom.

Twee dagen geleden stond er in de ochtend een krukje voor de kast. De kastdeur was half open en de droppot ook.
‘Adam heb je een dropje genomen?’
‘Nee’.

De volgende ochtend stond het krukje weer voor de kast. Kleuters kunnen veel maar geen sporen uitwissen.
Ik vond allemaal papiertjes van paaseitjes op de grond en in Adams bed. Dus besloot ik zonder iets te zeggen de snoeppot boven op de kast te zetten.

Vanmorgen kon ik mijn ogen niet geloven. De kruk stond weer voor de kast en de snoeppot op zijn oude plek (ontdaan van een paar stukken chocola, 1 groot paasei, smarties en marsepein). Adams stoel stond naast de kast. Hij is wel slim dat kan ik hem nageven.

Ik besluit actie te ondernemen. Ik ga naast Adam op de bank zitten en leg hem mijn dilemma voor. ‘Er verdweent steeds snoep en ik vind allerlei papiertjes op jouw kamer’, zeg ik.
‘Oh mama ik heb een keertje wat geproefd.’
‘Wanneer dan?’ Vraag ik.
‘Gewoon in de nacht’, zegt hij in afwachting van mijn reactie. ‘Vertel eens hoe ging dat dan?’ Adams ogen fonkelen en hij vertelt tot in detail wat hij allemaal gegeten heeft, hoe het smaakte en rook. We praten over stiekem doen, eerlijk zijn en suiker. Daarna tellen we samen al het snoep en zetten de pot terug. Adams lievelingstukje uit het liedje -stiekem snoepen- van kinderen voor kinderen is: ‘Mijn moeder die wordt gek. Maar ik heb de grootste pret (…) Want stiekem snoepen is de bom!’

Zou hij zo op het idee gekomen zijn? Ik weet het niet maar gelukkig heb ik ook pret beleefd aan detective spelen. Nu hopen dat de snoeppot morgen nog vol is.

Dagboek: “Beleven is het ware goud”

Toen ik net moeder voor het eerst moeder werd wilde ik alles vastleggen wat Adam deed. Foto’s, filmpjes maar vooral schrijven. Een dagboek tot in detail: bang om iets te missen.

Een goede moeder is eentje die alles weet vond ik. Wanneer sliep hij voor het eerst door? Weet je nog waar je was toen hij lachte? En wanneer zette hij zijn eerste stapjes. Ik wist het allemaal.

Maar ik merk nu dat de mooie momenten -de tijd samen- sneller gaat dan ik schrijven kan. Ik wil beleven én genieten.
‘Mama kijk kijk ik heb een wiebeltand’! Ik knielde op de grond en keek vol bewondering naar de wiebelige tand. ‘Wooow!’ Mijn telefoon bleef in mijn zak maar het moment is vastgelegd in mijn hart.

Dagboek: Zelffff doen!

Verwondering, verbazing maar vooral herkenning. Noah: hij doet alles óók.
Het lot van een tweede kind – vergeleken worden met de eerste.
Noah zit er niet mee. Hij heeft geleerd van zijn grote broer en gekeken wat werkt en wat niet.
Hij is 1,5 jaar en weet hoe hij zichzelf verstaanbaar moet maken zónder te praten.
Dus wil hij zelf 10 druppels vitamine D op zijn lepel doen. Kan hij best óók zelf zijn ontbijt opscheppen. Zelf drinken, zelf broodjes kiezen en vooral alles hetzelfde eten als wij. Anders schreeuwt hij zo hard dat het lijkt alsof hij gebeten is door een beest. Zijn bord, beker en alles in zijn buurt gooit hij weg als hij niet begrepen wordt.

Oh en hij loopt. Hij kan het allang maar alleen als hij dat zelf besluit. Als hij iets lekkers ziet of speelgoed waarmee hij wilt spelen. Vandaag kwam hij mij halen toen hij vond dat het knuffeltijd was. Mijn hart smelt.  
‘s Nachts wordt hij wakker en gilt. Hij wijst naar de deur en moet in ons bed. Dan merk ik dat hij de tweede is: geen smeltend hart – nee! Alles is een fase weet ik nu.

Noah sputtert tegen en dan een zucht. Zijn warme hoofdje op mijn schouder. ‘Oké mama, dan ga ik wel in mijn eigen bed’.

Dagboek: ‘Mama doe niet druk’

Al de hele ochtend hield het mij bezig. Verwarming open en dicht. Monteur instrueren, afwachten en weer als dicht draaien. Nee het lag toch écht aan de leverancier. Stadsverwarming tja dat wisten ze niet precies.

Een irritant wachtmuziekje volgde en geduld. Ik zou terug gebeld worden. Vandaag als het mee zat. Adam verdroeg mijn onrust en wachtte braaf tot ik klaar was met bellen. Maar zijn bereidheid nam af bij de volgende twee telefoontjes. Steeds iets harder vroeg hij mij aandacht.

De tijd tikte door. We moesten voor half drie naar zijn school toe. Dan kon de juf ‘op afstand’ ons zijn kerstlichtje overhandigen. Anders zou de kersttafel onversierd blijven dit jaar. Er ging al genoeg niet door dus dat was geen optie.

Ik werd terug gebeld, er kon iemand langskomen tussen 1300 en 1500 uur. Onrustig wachtend zaten we de tijd uit. De monteur kwam om 1330 en het bleek niet aan de leverancier te liggen. Nee het was écht de binnen verwarming dus de overige monteur had zijn werk niet goed gedaan.

Korte samenvatting ons huis was nog steeds niet warm. Ik belde weer en wachtte. Ja, ze waren druk en mijn aanvraag werd doorgezet naar het desbetreffende filiaal. Vandaag hoorde ik iets.

Chagrijnig tuigde ik mezelf en Adam, die geen haast wilde maken, in de auto. ‘We moeten nu je gaan anders zijn we te laat voor je stomme potje!’ Riep ik. Hij huilde en keek mij zielig aan. ‘Sorry dat was niet aardig van mij om te zeggen’. ‘Nee’, viel Adam bij.

‘Ik ben geïrriteerd want de verwarming doet het nog steeds niet en ik ben er al de hele dag mee bezig’, legde ik hem uit. ‘Stop mama, niet druk doen’, zei Adam. ‘Je hebt gelijk’. Even was het stil. ‘Mama je doet weer druk. Dat helpt niet’, legde Adam uit. ‘Je hebt gelijk. Wil jij mij helpen?’ Vroeg ik. ‘Eerst je niet druk maken’, zei hij serieus. ‘Oké’. ‘Die zijn dicht. Alles is dicht’. Ik hoorde hoe dramatisch ik deed. Adam had er geen boodschap aan. ‘Dan wachten we tot ze weer open gaan’. ‘Maar…’ ‘Ze gaan vanzelf weer open Mama’. Hij klonk overtuigd.

‘Wie heeft je geleerd om zo te denken?’ Vroeg ik. ‘Ik heb het mijzelf geleerd’. Als we geparkeerd hebben word ik gebeld. Ze sturen vrijdag een monteur die verstand heeft van stadsverwarming. ‘Een koude kerst is niks mevrouw’, zegt de medewerker van de klantenservice.

Adam holt naar school en komt terug met zijn kerstlichtje. Zo krijgen we toch nog onze feestelijke zelftesten als voorgerecht, onder voorbehoud, en met-veel-eten kerst.

Dagboek: ‘Eh uh, nog een keer!’

Proberen, fouten maken, leren en nog een keer. Ik vind dat soms moeilijk. Noah niet. Hij geniet er juist van.

Hij is bijna 1 jaar en hij wil staan; alleen kan het nog niet. Elke keer probeert hij het weer. Eerst op zijn knietjes, zijn handjes stevig om de speilen van de box geklemd.

‘Eh uh!’ Roept hij. Ik help hem op zijn voetjes. Hij lacht en is tevreden. Als ik zijn handjes wil loslaten grijpt hij mij steviger vast. Zitten wil hij niet. Staan…. staan! Zijn beentjes krom en op zijn teentjes. Hij wiebelt. Hij valt om en schrikt. Een korte knuffel volgt. Dan wurmt hij zich weer uit mijn armen en begint opnieuw.

Knietjes, voetjes en staan. Het lijkt net een video die op repeat staat. Noah glundert als hij zijn voetjes plat zet en één handje lostrekt. Dan laat hij zich op zijn billen vallen en zet het op een kruipen. De deur: heen en weer. De kast: open en dicht. Onder de tafel liggen nog kruimels. Hij ziet een lego-creatie van zijn grote broer. Noah hijgt en versnelt zijn kruiptempo. Ik ben net op tijd. Met een onschuldige lach kijkt hij omhoog naar mij. ‘Eh uh!’ roept hij weer.

Ik pak zijn handjes en behendig trekt hij zichzelf om hoog. Tijd voor weer even oefenen.

Mijn kleine Noah wijst mij de weg. Proberen – fout maken – leren én nog een keer!

Dagboek: ‘Zijn de Pieten onzichtbaar?’

Alles draaide de afgelopen weken om Sinterklaas, de Pieten en kadootjes bij ons thuis. Blij toe om de Sint vandaag uit te zwaaien. Onze hulp-cadeau-inpak-vraag-piet dacht hier gister anders over.

‘Waanneer komen de Pieten?’

‘Wat zou ik krijgen?’

‘Zijn er ook chocolade letters?’

‘Zijn er pepernoten?’

‘Maakt niemand mijn cadeau’s open?’

‘Zijn de Pieten onzichtbaar?’

‘Hoe weten ze dat wij een baby hebben?’

‘Kijken ze door de brievenbus?’

‘Zien ze aan onze schoenen dat we een baby hebben?’

‘Waarom eet babypiet bij het Sinterklaas journaal chocola? Een baby mag toch geen chocola?’

‘Mag ik op speelgoed-dag mijn pietenpak weer aan?’

‘Waarom gaat Sinterklaas met de boot? Dat duurt toch heel lang?’

‘Kunnen Pieten echt op het dak klimmen?’

‘Gaat Sinterklaas NU weer terug naar Spanje? Waarom wonen ze niet in Nederland?’

‘Kan ik vandaag mijn schoen nog zetten?’

‘Waar is het kleine, laatste, stukje van mijn chocolade letter?’

‘Waarom is het morgen niet ook pakjes avond?’

‘Slapen Pieten wel?’

‘Eten Pieten altijd pepernoten?’

‘Hoeveel hulp-Sinterklazen zijn er?’

‘Pakken de Pieten alle kadootjes zelf in?’

‘Hoe weten de Pieten waar wij wonen?’

‘Hoe maken ze alle pepernoten?’

‘Komen ze volgend jaar weer?’ ‘Mag ik dan weer mijn schoen zetten?’

‘Is de Sinterklaashoek op school al weg?’

Aan het eind van de avond: ‘Mama ik heb buikpijn van alle pepernoten’ en ‘Ik vind het heel jammer dat Sinterklaas voorbij is’.

De volgende ochtend geen sip en verdrietig jongetje maar eentje met nog meer vragen dan de dag ervoor. ‘Ik vind het niet meer jammer. Ik heb zin in kerst’ ‘Zou er in de klas al kerstversiering hangen?’

Dagboek: ‘Mama, is het testgebouw eigenlijk gewoon een binnen-museum?’

Gaan we naar dezelfde plek waar we vorige keer waren?’ ‘Ja.’ ‘Ben jij hier ook getest?’ ‘Ja.’ Ik parkeer de bakfiets en help Adam eruit. ‘Is het al open?’ ‘Ja, kijk maar.’ We horen bij de eerste: zaterdag om half negen.

We groeten de beveiligers en lopen naar binnen. Als we langs de paaltjes met linten lopen blijft Adam staan. ‘Mama, is het testgebouw eigenlijk gewoon een binnen-museum?’ ‘Nee.’

We mogen naar nummer 7. ‘Welk nummer had jij vorige keer?’ Ik denk na: geen idee. ‘Nummer 4.’ ‘Oké.’ Adam houdt stil en kijkt het hokje in naar een medewerker van de GGD die gehuld is in een plastic pak. 

‘Hoi’, zegt Adam. ‘Hoi’, zegt de mevrouw. ‘Wil je op de hoge of lage stoel?’ ‘Lage.’ Adam gaat vastberaden zitten. Hij snuit zijn neus en volgt de handelingen van de mevrouw. ‘Hoe ver gaat het stokje in mijn neus?’ Vraagt hij. De mevrouw doet het voor. ‘Zover of zover?’ Adam houdt zijn vinger tussen zijn ogen.

‘Nee, zover als je pinkje.’ Adam kijk onderzoekend naar zijn pink. ‘Oké.’ Het stokje gaat eerst in zijn mond en dan in zijn neus. Na afloop krijgt hij een diploma en een plaktattoo.

‘Hoe voelde het?’, vraag ik als we weer buiten staan. ‘Ik dacht dat het stokje uit mijn oog zou komen’, antwoordt Adam serieus. ‘Nee gelukkig niet zeg. Deed het pijn?’ ‘Het kriebelde’. Adam klimt weer de bakfiets in.

Als ik wegrijd richten we ons weer op belangrijke zaken. Dus zegt hij: ‘Mama, gaan we nu lunchen?’

Dagboek: ‘Maar, zeg het niet tegen de juf!’

We zitten aan tafel voor het avondeten.

‘Adam wat is er gebeurd?’ Op zijn wang glimt een rode schram. ‘Dat is gebeurd bij het buitenspelen’ Hij eet met smaak van zijn eten.

‘Ben je gevallen?’ Vraag ik.

‘Nee een kind heeft op mijn gezicht getekend’. Allebei zetten we grote ogen op en vragen door. Noah probeert ook aandacht te krijgen en slaat met zijn kleine drinkbeker op tafel.

‘Wie was het?’

‘Ik ken hem niet, hij zit in groep 6’

Hoe meer wij vragen, hoe spannender het verhaal wordt. Voordat Adam gaat slapen drukt hij ons op het hart om geen bericht te sturen naar zijn juf. ‘Dat is klikken’.

Geschrokken en vol in onze emoties typen wij een bericht op aan de juf. Ze reageert direct en beloofd het uitzoeken.

Kleuterfantasie blijkt echter de overhand te hebben gespeeld. De volgende dag is Adams verhaal onsamenhangend. Kids uit groep 2 blijken niet tegelijk met hogere groepen buiten te spelen. Adam biecht op dat hij het verhaal verzonnen heeft. Hij is gevallen en heeft zichzelf geschaafd bij het buitenspelen. Ze speelden wild.

Echt en nep. Waar en niet waar. Zeggen en klikken. Grapjes. Een volgende keer weten we dat onze lieve kleuter zijn verhalen soms net wat spannender maakt.

Dat ook hij van groots en meeslepend houdt en merkt welk verhaal aandacht oplevert en welke niet.

Wij hebben ook weer een opvoedles beleefd. De volgende keer slapen we er eerst een nachtje erover. Want wie weet zijn er wel

dieven, prinsessen of kadopieten het verhaal ingeslopen.

Dagboek: -Disco Sushi –

Twee weken op rij feest. Eerst Mo en toen Adam. Hij is alweer 5 jaar! Kinderdisco in zijn kamer met Sinterklaasliedjes. Regenboogtaart met Dino’s. Een gouden glittergordijn in de gang. En Sushi! Ja sushi, dat is zijn lievelingseten. Dus waren er schalen vol sushi. Gesmikkeld door alle ouders en Adam. Genieten!


Twee weken op rij een ontploft huis. Moe maar voldaan! We ploffen neer op de bank voor een film. Maar waar is de afstandsbediening? Na een zinloze zoekpoging eindigen we aan tafel met de krant.

‘Adam weet jij waar de afstandsbediening is?’ Vraagt Mo de volgende dag. Adam denkt na… ‘Ehum ik denk in mijn koffertje’ Trots vist hij de afstandsbediening uit zijn speelgoed koffertje en lacht blij.

Nu is het tijd voor een feestjes-pauze. Op 18 december staat ons volgende feest gepland. Dan wordt Noah 1 jaar! Oh, en dan bergen we de afstandsbediening veilig op.

Dagboek: ‘Zijn de leeuwen ook verdrietig?’

‘Waarom mama?’ Adam kruipt op mijn schoot en begint te snikken.’Omdat de dierentuin geen geld meer heeft’, leg ik uit.’Maar dan kan ik ze nooit meer zien!’ Huilt Adam.’Nee dat klopt maar de leeuwen krijgen nu wel een groter verblijf’, vertel ik. ‘Kan ik wel nog doei zeggen?’ ‘Nee want…’ Adam maakt mijn zin af: ‘Want het virus is er en daarom is Artis dicht’. Ik aai over zijn hoofd. ‘Dan wil ik een tekening maken voor in het leeuwenhok’, besluit Adam.

Aan de keukentafel zijn we druk aan het tekenen. ‘Waar in het hok komt de tekening dan?’ ‘Zien de leeuwen hem wel?’ ‘Zijn de leeuwen ook verdrietig? De leeuwen houden Adams gedachtes in zijn greep. Geconcentreerd tekent hij een leeuw en een stuk vlees. Als de tekening door Adam goedgekeurd is en door mij voorzien is van bijschrift gaan we naar de brievenbus.


‘Maar Mama, hoe gaan ze dan weg?’ Ik vertel dat de leeuwen gevangen worden in een kist en vervoerd worden naar Frankrijk. ‘Maar hoe dan? Je kan toch niet in hun hok?’ Verschillende scenario’s licht ik toe, vooral verdovingspijltjes wakkeren Adams nieuwsgierigheid aan. ‘Houden leeuwen van schieten?’ ‘Wat is verdoven? Hoe ziet dat eruit?’ 

We lopen verder, ik wijs naar de brievenbus. We houden stil en met een beetje hulp duwt Adam de brief in de brievenbus. Als we weer teruglopen naar huis begin ik ter afwisseling over iets anders.

‘Mama, we dwalen af! Wil je nog een keer vertellen over de kist en het vlees?’ Adam trekt doordringend aan mijn hand. ‘Ze worden in een kist gelokt met vlees’, herhaal ik. ‘Wat is lokken? En vinden ze dat leuk?’ Zo gaat het de hele middag door.

Leeuwen, leeuwen wat gaan wij jullie missen. Fijn dat jullie een groter verblijf krijgen en veel plezier met Adams tekening.