PeuterKUNSTclub #thuis: ‘De draak heeft pijn!’

Adam kruipt tegen mij aan op de zitzak. Hij houdt de afbeelding van het schilderij van Rubens in zijn hand. De afgelopen dagen heeft hij de afbeelding al een paar keer gepakt en weer weggelegd. De draak is leuk maar ook een beetje eng.

‘Wat doet de draak Mama?’ ‘De draak heeft pijn’. ‘Waarom?’ ‘Omdat er een speer in zijn neus zit. Hij bloed’. Adam drukt zijn neus tegen de afbeelding aan. En probeert het bloed te zien. ‘Ik zie rode stipjes’. ‘Ja dat is bloed’, vertel ik. ‘Waarom?’

Sint Joris in gevecht met de draak, Peter Paul Rubens, 1615-1620.

‘De draak heeft ruzie met de meneer op het paard’. We kijken even naar de meneer. Maar dan krijgt de draak weer alle aandacht. Huilt de draak? En kan de draak nog wel eten?

‘Zullen we het aan de draak vragen?’ Adam schudt zijn hoofd. ‘De draak is nep mama, die kan niet praten’, legt hij uit. Handig om te weten. Ik fantaseer verder. De draak en de ridder hebben ruzie omdat de draak de prinses pest. De ridder jaagt de draak weg. Arme draak. Hij heeft zo’n pijn.

‘Een klein beetje?’ Adam houdt zijn vingers uit elkaar. ‘Zo veel?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Nee ik denk wel wat meer hoor’. Adam denkt even na en strekt dan zijn armen zo ver mogelijk. ‘Zooooveeel dan?’ Ik knik.

‘Gaat de draak dood?’ Ik schud van nee. Het verhaal moet immers wel peuterproof blijven. Nachtmerries door kunst kijken staat niet op mijn verlanglijstje. Ik vertel dat de draak pijn heeft en moet huilen.

‘De draak roept: Stop houd op! De ridder stopt het gevecht en de draak kruipt weg’, vervolg ik mijn verhaal. ‘Waar gaat hij naar toe?’ Wil Adam weten. ‘Hij kruipt naar huis’. Ik vertel dat zijn beste vriend voor de deur van zijn huis op hem wacht. De beste vriend van de draak maakt hem beter en daarna kunnen ze weer samen spelen.

‘Gaan ze dan ook naar de binnenspeeltuin?’, vraagt Adam nieuwsgierig.
‘Weet ik niet. Zullen we dat morgen vragen?’ Dat vindt Adam goed, hij wrijft in zijn ogen.

‘Zullen we zwaaien?’ Vraag ik. ‘Maar ze zwaaien niet terug. Waarom niet, mama?’ ‘Omdat het een afbeelding van een schilderij is’. ‘Oh, jammer’.
‘Zullen we het morgen nog een keer proberen?’ Adam stemt in. Hij legt de afbeelding op de grond. Het museum gaat nu dicht.

Tot de volgende keer draak!