‘Je wordt wel moe van kunst kijken hè?’

Adam en Zola zijn voor de allereerste keer in het Rijksmuseum. Hun kinderwagens staan naast elkaar, ze wisselen een blik uit. Zola moet lachen, Adam kijkt met grote ogen om zich heen. Dan dwalen we (de moeders) ieder op eigen tempo door de tentoonstelling.

Adam en Zola

Mijn aandacht wordt getrokken door een gedetailleerde tekening van drie stokstaartjes. Adam spuugt zijn speen uit. Hij begint vrolijk met zijn beentjes te trappelen en geluidjes te maken.
“Aaaaah”, Klinkt het hoog en zachtjes door de zaal. Verderop zie ik Zola nieuwsgierig om zich heen kijken. “Aaah ah” Gevolgd door een grote glimlach.
Ik kijk naar Adam, hij hoort het ook. “Aaaaaah” Zijn volume neemt toe. Weer reageert Zola, haar wangetjes worden roder. Terwijl ik luister naar de vrolijke geluidjes probeer ik mij in te beelden wat ze zouden zeggen.

“En wat vind je?”
“Heel mooi, heb je dat skelet al gezien?”, wilt Zola weten.
“Dat vind ik eng”
“Oh… je bent ook nog klein”
“Helemaal niet…ik ben al vier maanden, drie weken en één dag oud”, schept Adam op. Zola lacht en begint met haar speen te spelen. “Ik ben over twee weken precies 10 maanden oud” Adam draait zijn hoofd weg, daar kan hij niet tegen op.
Even blijft het stil.
Zola gaapt. “Je wordt wel moe van kunst kijken, hè?” Maar Adam reageert niet meer, hij is met mond open in slaap gevallen.

‘Gaan we morgen weer mama?’

Vandaag ben ik voor het eerst weer naar een museum geweest. Maar dit keer als moeder. Is dat anders, zou je misschien denken? Nou geloof mij, zeker wel!

Mijn zoon is 3,5 maand oud. Ik voelde een mix van enthousiasme en spanning terwijl ik hem klaar maakte voor zijn eerste museumbezoek. Met een volle luiertas, om ramp scenario’s te voorkomen, ging ik op pad.

Eenmaal onderweg werd het moeilijker, want naar welk museum moest ik gaan? Een kinderwagen bleek een lastige accessoire voor een bezoek aan een museum: alle musea in grachtenhuizen vielen al af. Omdat bereikbaarheid nu ook een belangrijke rol speelt besloot ik naar een van de drie grote musea te gaan op het museumplein.

De rijen bij het Rijks- en het van Goghmuseum waren zolang dat we vermoedelijk pas met mijn zoons volgende voedingstijd binnen zouden zijn. De keuze werd dus voor mij gemaakt: het Stedelijk Museum. Bij binnenkomst ontdekte ik dat er meer mensen hetzelfde idee plan hadden opgevat. ´Het is voorjaarsvakantie´ schiet het door mijn hoofd. Gelukkig ging de rij snel. Daarna werd ik begeleid naar de tentoonstelling via een kruipdoor- sluipdoor weggetje. Heel sjiek die persoonlijke begeleiding!

Kunst kijken en een kind wiegen bleek een verrassend ontspannende combinatie te zijn. Mijn zoon heeft zich voorbeeldig gedragen. Gelukkig maar, stel je voor dat hij keihard ging huilen…? Aan het eind van mijn bezoek werd ik weer, even sjiek, naar buiten begeleid.

De kinderwagen begon licht te schudden. Hij werd wakker. Met een grote lach op zijn gezichtje keek hij mij aan. ‘Gaan we morgen weer mama?’