Adam en Zola zijn voor de allereerste keer in het Rijksmuseum. Hun kinderwagens staan naast elkaar, ze wisselen een blik uit. Zola moet lachen, Adam kijkt met grote ogen om zich heen. Dan dwalen we (de moeders) ieder op eigen tempo door de tentoonstelling.
Mijn aandacht wordt getrokken door een gedetailleerde tekening van drie
stokstaartjes. Adam spuugt zijn speen uit. Hij begint vrolijk met zijn beentjes
te trappelen en geluidjes te maken.
“Aaaaah”, Klinkt het hoog en zachtjes door de zaal.
Verderop zie ik Zola nieuwsgierig om zich heen kijken. “Aaah ah” Gevolgd door
een grote glimlach.
Ik kijk naar Adam, hij hoort het ook. “Aaaaaah”
Zijn volume neemt toe. Weer reageert Zola, haar wangetjes worden roder. Terwijl
ik luister naar de vrolijke geluidjes probeer ik mij in te beelden wat ze
zouden zeggen.
“En wat vind je?”
“Heel mooi, heb je dat skelet al gezien?”, wilt Zola weten.
“Dat vind ik eng”
“Oh… je bent ook nog klein”
“Helemaal niet…ik ben al vier maanden, drie weken en één dag oud”, schept Adam op. Zola lacht en begint met haar speen te spelen. “Ik ben over twee weken precies 10 maanden oud” Adam draait zijn hoofd weg, daar kan hij niet tegen op.
Even blijft het stil.
Zola gaapt. “Je wordt wel moe van kunst kijken, hè?” Maar Adam reageert niet meer, hij is met mond open in slaap gevallen.