Memory. Hij draait, ik draai. Ik kijk naar buiten. Mijn aandacht word getrokken door een dame die half gebogen staat tussen onze auto en die van de buren in.
‘Jij bent mama.’ Ik probeer twee kaartjes, weer geen match. Als ik opnieuw naar buiten kijk knipper ik met mijn ogen. Zie ik het goed? De dame staat er nog steeds, ze heeft haar broek laten zakken. Ik zie háár blote billen! Verward blijf ik kijken.
‘Mamaaaaaa,’ hoor ik naast mij, maar ik reageer niet. Ze hurkt en ik zie hoe er poep op de grond valt. In een reflex klop ik hard op het raam. De dame reageert gelaten en trekt haar broek weer omhoog. Adam kijkt nu ook naar buiten.
‘Mama wat deed die mevrouw?’ ‘Wat deed jij? Waarom klopte je op het raam?’ Even twijfel ik maar ik ben te verbaasd om iets anders te bedenken.
‘De mevrouw poepte op straat’ ‘Waarom?’ ‘Weet ik niet.’ ‘Waarom kijk je zo Mama?’ Hij imiteert mijn frons. ‘Omdat het vies is.’ ‘Heeft ze haar billen afgeveegd mama?’
‘Nee.’ ‘Maar waarom?’ ‘De mevrouw is ziek of een beetje gek,’ leg ik uit. Adam kijkt naar buiten en denkt na. ‘Mama, krijgt de mevrouw nu ook een sticker?’ Hij denkt aan zijn eigen beloningssysteem voor op de wc. Ik moet lachen. ‘Nee, ze is al weg. En op straat poepen is vies’ Adam knikt.
‘Kijk! Ik heb twee dezelfde!’ roept hij en legt ze op de stapel. ‘Mama, waarom heeft de mevrouw op straat gepoept?’ Een vraag die zich de hele middag zal herhalen. ‘Ik weet het niet,’ zeg ik eerlijk. We spelen weer verder.