Kunstverhaal: Spannend, een eerste date!

“En nu?” fluistert ze zonder haar blik van de man voor haar af te wenden. Haar zus kijkt haar kant op en knikt bemoedigend. “Ga dan”, zegt ze. Maar ze durft niet en blijft onbeweeglijk staan.

Ik houd van tekeningen. Vaak zie ik in een museum anderen er aan voorbij gaan. Het vraagt om meer geduld en iets meer fantasie wellicht. Dit papiertje heeft Hendrick van Avercamp aan gemaakt in 1626. Oftewel 390 jaar geleden. En daar sta ik nu voor! Er zit een grote vlek op de tekening, zou er iets overheen gevallen zijn? Of iets op geplakt? Geen idee, het staat er niet bij op het bordje. Meestal staan de vragen die ik heb niet op het bordje.

De titel: ‘Aan het ijs bij Den Haag’ vertelt weinig méér. Een winters tafereel op het ijs zien we, althans dat suggereert de titel.  Maar als je goed kijkt hebben de vier mensen op de voorgrond geen schaatsen of hele dikke mutsen en sjaals aan. Gelukkig hebben de dames wel een mof om hun handen warm te houden. Ik vermoed dat het mode was in die tijd. De kleding van het viertal doet geloven dat ze van goede huize waren. Geen vodden of blote voeten. Het zwarte masker trekt mijn aandacht. Ze kijkt mij aan. Gaat ze naar een verkleedfeestje? Nee, want de rest heeft geen masker op. Zouden het vrienden zijn of misschien wel twee jonge verliefde stelletjes?  De houding die ze aannemen spreekt dit echter tegen. Ze staan formeel naast elkaar, op gepaste afstand. Misschien hoorde dat wel in die tijd.

Zolang er geen beschrijving bij staat op het bordje kan ik zelf besluiten waar de tekening over gaat. Er is nooit één vaststaand antwoord, we zijn er immers niet bij geweest. Ik denk dat het twee zussen zijn met hun blonde haren. Het meisje met het masker op is de jongste en is door haar zus gekoppeld aan de man links op de tekening. Spannend, een eerste date!

Winterkoning op het ijs, Cornelis Ploos van Amstel naar Hendrick ca 1766, Rijksmuseum Amsterdam 

Ik beeld mij in wat de vervolgtekening zou zijn geweest. Misschien heeft Avercamp wel een hele serie gemaakt van al hun dates maar zijn die verloren gegaan?

Met kloppend hart vermand ze zich en loopt op de jongeman af. Ze glimlacht om zichzelf een houding te geven en wendt haar blik af. ‘Gelukkig heb ik een masker op’, denkt ze. Maar als je goed kijkt zie je dat ze bloost.

Dagboek: ‘Mama, hoe ziet je buik er uit als de baby er uit is?’

Ik tel de dagen af. Het duurt nu niet lang meer. Sterker nog ik wéét dat het bijna zover is. Ik zit in mijn eigen bubbel en fantaseer over wat komen gaat. Hoe zou mijn tweede zoon eruit zien? Hoe zou het gaan samen met Adam?

Om mij heen gaan klinken allerlei nieuwe strengere maatregelen om het coronavirus onder controle te krijgen. Winkels, musea en scholen die dicht zijn. Vragen en onduidelijkheden over hoe en of mensen kerst kunnen vieren dit jaar. Veel negativiteit en onzekerheid. Ik hoor en zie het wel maar de kleine schopjes in mijn buik maken het minder erg. De komende tijd zal onze bubbel, met zijn viertjes, nog groter worden dan toen Adam geboren werd. Nauwelijks bezoek of vermaak buitenshuis. Ons eigen fort in Amsterdam Noord met onze grote kleurrijke kerstboom en twee prachtige mannetjes er omheen.

Adam probeert alles te begrijpen. Hij heeft de schopjes als vaak gevoeld, mijn buik gekust, maar ook de buik weg geduwd als hij weer eens van mijn schoot af viel. Hij praat tegen de baby en bedenkt allerlei dingen die de baby nog niet kan en hij wél. De baby kan toch thuisblijven als we naar een museum gaan? Of hij kan toch op het dak zitten van de auto? Toen Adam hoorde dat de baby zelf kiest wanneer hij eruit komt zei hij: ‘Mama, de baby mag ook wel vandaag komen. Dan ga ik naar Ama en Apa’. Hij gaat immers logeren bij opa en oma als de bevalling begint. Gisteren vroeg hij: ‘Hoe ziet je buik er uit als de baby er uit is?’ ‘Wat denk jij?’ ‘Ik denk slap’. Confronterend maar heel waarschijnlijk. Vandaag vroeg ik aan Adam: ‘Waarom ben je zo druk?’ ‘Omdat ik het spannend vind dat de baby komt’. Een dikke knuffel volgde: ‘Ik ook’.

Geen idee hoe alles eruit ziet de komende tijd. Voor nu kruip ik lekker in mijn eigen bubbel. Ik maak foto’s van mijn dikke buik in de tuin omdat de straat uit lopen, de auto pakken of de fiets niet meer lukt. Maar wat geeft het, alles is dicht en wij krijgen in tegen stelling tot anderen een drukke kerst met een bijzondere lang verwachte gast. Ik blijf tellen.