Vandaag ben ik voor het eerst weer naar een museum geweest. Maar dit keer als moeder. Is dat anders, zou je misschien denken? Nou geloof mij, zeker wel!
Mijn zoon is 3,5 maand oud. Ik voelde een mix van enthousiasme en spanning terwijl ik hem klaar maakte voor zijn eerste museumbezoek. Met een volle luiertas, om ramp scenario’s te voorkomen, ging ik op pad.
Eenmaal onderweg werd het moeilijker, want naar welk museum moest ik gaan? Een kinderwagen bleek een lastige accessoire voor een bezoek aan een museum: alle musea in grachtenhuizen vielen al af. Omdat bereikbaarheid nu ook een belangrijke rol speelt besloot ik naar een van de drie grote musea te gaan op het museumplein.
De rijen bij het Rijks- en het van Goghmuseum waren zolang dat we vermoedelijk pas met mijn zoons volgende voedingstijd binnen zouden zijn. De keuze werd dus voor mij gemaakt: het Stedelijk Museum. Bij binnenkomst ontdekte ik dat er meer mensen hetzelfde idee plan hadden opgevat. ´Het is voorjaarsvakantie´ schiet het door mijn hoofd. Gelukkig ging de rij snel. Daarna werd ik begeleid naar de tentoonstelling via een kruipdoor- sluipdoor weggetje. Heel sjiek die persoonlijke begeleiding!
Kunst kijken en een kind wiegen bleek een verrassend ontspannende combinatie te zijn. Mijn zoon heeft zich voorbeeldig gedragen. Gelukkig maar, stel je voor dat hij keihard ging huilen…? Aan het eind van mijn bezoek werd ik weer, even sjiek, naar buiten begeleid.
De kinderwagen begon licht te schudden. Hij werd wakker. Met een grote lach op zijn gezichtje keek hij mij aan. ‘Gaan we morgen weer mama?’