We stonden met twaalf studenten in een museum in een halve kring om een kunstwerk heen. Een groot beeld, half in het donker verscholen, van marmer. Op het eerste gezicht lijkt het net één figuur maar als je langer kijkt zie je steeds meer. “Voor ons zien we de kruisafname van Christus”, hoor ik mijn docent nog zeggen. Deze informatie helpt niet veel. Er klopt iets niet, maar wat? Volgens mijn docent was Michelangelo een perfectionist. Maar dat wist ik al, waarom begrijp ik dit beeld dan niet? Wat zie ik over het hoofd?
Ik herinner mij de hitte in de ruimte. We waren in Florence op excursie. In de zomer. Het was aan het eind van de middag. Na een dag vol informatie en kunstwerken. Het kost mij moeite om te luisteren.
Mijn docent vertelde dat het Michelangelo niet lukte om de verhoudingen van de figuren correct te krijgen. “Daarom heeft hij het beeld kapot gemaakt”. Vanaf dat moment was ik geboeid. Dit verhaal staat in mijn geheugen geschrift. Vanaf dat moment ging kunst voor mij leven.
Bizar! Zie je het voor je? Michelangelo heeft voor dit beeld het beste marmer uitgezocht. Hij die nachten doorging. Hij die zichzelf uitdaagde om een ideale Christus te maken. Maar het lukte niet. Was het misschien frustratie? Of wanhoop? Die hem ertoe dreef om het beeld kapot te maken.
Ik zie hem voor mij: er op los slaand met een hamer. Met de gedachte dat: ‘zo niemand kon zien dat DE grote Michelangelo niet altijd perfectie bereikte’. Een doorn in het oog moet het dan zijn geweest. Dat een van zijn leerlingen, in het geheim, het beeld heeft gerepareerd.
Vandaag de dag behoort het beeld tot een van de topstukken van het museum. Terwijl Michelangelo wilde dat niemand het zag. Geloof mij: hij is niet de enige kunstenaar waarbij dit gebeurd is.